Waarom F1 het omstreden DRS-systeem in 2026 een andere rol geeft

Het controversiële systeem, DRS, zal vanaf 2026 niet langer worden
gebruikt voor inhalen. Dat is beschreven in de nieuwe regels die
door de FIA bekend zijn gemaakt. Het systeem om de luchtweerstand
te verminderen werd in 2011 geïntroduceerd en, ondanks dat het
bijna niet meer weg te denken is uit de sport, is het altijd een
middel geweest waarover de meningen enorm verdeeld zijn. Voor 2026
wordt DRS vervangen door een nieuw systeem als het gaat om inhalen:
MOM, oftewel Manual Override Mode. DRS blijft wél op de auto, maar
het krijgt een andere invulling. In plaats daarvan krijgen coureurs
een extra energieboost tot hun beschikking om hun rivalen voorbij
te steken. In combinatie hiermee heeft de FIA ook actieve
aerodynamica geïntroduceerd, waardoor de technische afdelingen van
alle teams waarschijnlijk watertanden als het gaat om het optimaal
benutten van de nieuwe regels. Op de eerste vraag waarom actieve
aero is geïntroduceerd en hoe de nieuwe functie van DRS zal werken,
zei technisch directeur single seaters van de FIA, Jan Monchaux,
het volgende: "Als je beperkt bent voor wat betreft energie in een
rechte lijn, wil je geen luchtweerstand die je alleen maar afremt,
of extra gewicht dat je ook afremt." "Daarom hebben we gekozen voor
wat we een 'wendbare' auto noemen, een iets kleinere auto met
minder downforce, maar met een grote nadruk op minder
luchtweerstand. De DRS op de achtervleugel wordt niet meer gebruikt
om het inhalen te vergemakkelijken. Standaard wordt de DRS op elk
rechte stuk door elke auto gebruikt om de luchtweerstand op het
rechte stuk te verlagen, omdat dit grote voordelen heeft voor het
energieverbruik, maar ook omdat je met een hogere topsnelheid meer
kunt herstellen als je remt aan het einde van het rechte stuk.
Omdat het effect van het openen van de achtervleugel op de rechte
lijn erg groot is, wordt de flap van de voorvleugel tegelijkertijd
geactiveerd om de auto op de rechte stukken weer in balans te
brengen." Extra vermogen zal de sleutel blijken Wat betreft de
introductie van MOM, gebeurt dat 'op een vergelijkbare manier als
met DRS', aldus Monchaux, die eraan toevoegt: "Als je voor het
einde van een ronde binnen een bepaalde afstand van de auto voor je
rijdt, dan krijg je voor de volgende ronde de mogelijkheid om meer
elektrische energie te gebruiken dan je tegenstander. En die boost
van elektrische energie is er ter vervanging van wat vroeger de
achtervleugelopening was, om een auto dat extra zetje te geven om
te proberen in te halen." De nieuwe aandrijfeenheden voor 2026
omvatten een aanzienlijk grotere MGU-K, die remenergie terugwint,
en niet langer een MGU-H. Het elektrisch vermogen van dit onderdeel
zal bijna verdrievoudigen van 120 kilowatt naar 350 kilowatt,
waarmee het extra vermogen voor een inhaalmanoeuvre wordt geleverd.
Monchaux vertelt daarover: "Inhalen blijft een zeer belangrijke
parameter voor de F1. Het zal op twee manieren worden aangepakt. De
eerste is om een aerodynamisch concept voor de auto te blijven
ontwikkelen waarmee de vuile lucht van een voor liggende auto
beperkt wordt. Om in te kunnen halen moet je dicht bij de auto voor
je zijn, en als je in een bocht niet kunt volgen omdat die zoveel
vuile lucht genereert, dan moet je op het moment dat je op de
rechte lijn zit al dat verlies zien te compenseren." "Het is dus
heel belangrijk voor ons dat je een andere auto redelijk kunt
volgen in een bocht en daarvoor moeten we er vanuit het aeroconcept
voor zorgen dat de hoeveelheid vuile lucht die wordt gegenereerd
niet te veel invloed heeft op de volgende auto," aldus Monchaux.
"Dus als je het rechte stuk op rijdt en de auto redelijk dicht op
de ander zit, zorgen we ervoor dat de achterligger gedurende een
bepaalde tijd in die ronde meer elektrische energie kan gebruiken
om te helpen bij het inhalen, aangezien beide auto's een geopende
achtervleugel en voorvleugelklep hebben. "Op dit moment, met DRS,
vink je binnen een seconde een vakje aan achter een auto en mag je
je DRS openen in een rechte lijn. Dit zal niet meer het geval zijn.
De logica blijft echter hetzelfde: als ik dicht genoeg bij een
andere auto zit, krijg ik voor die ene ronde een extra hoeveelheid
energie die ik op elke gewenste manier kan inzetten. De extra
hoeveelheid energie is gedefinieerd en dat zal die boost aan
energie geven om uiteindelijk de volgende auto een kans te geven om
aan het einde van het rechte stuk in te halen," zo sluit Monchaux
af.